di. mrt 19th, 2024

Een bronnenonderzoek

Inhoudsopgave

H1 Inleiding

H2 Resultaten van het onderzoek

      2.1 Wat verstaan we onder artisticiteit?

      2.2 Waar ligt de grens tussen artisticiteit en journalistiek?

      2.3 Hoe kan artisticiteit in de journalistiek er in de praktijk uitzien?

H3 Conclusie

H4 Discussie

H5 Verantwoording

Bronnenlijst

H1 Inleiding

Vroeger schreef ik al veel, erg veel. Hele tijdschriften, boeken, gedichtjes, verhalenbundels. Mijn passie voor schrijven is ontstaan vanuit mijn kinderlijke creativiteit. Graag zou ik bij die kern willen blijven, maar ik vond daar niet altijd de ruimte voor in mijn drie jaar op de FHJ. Mijn stage bij MEIDEN magazine was erg leuk; eindelijk voelde ik na jaren de creativiteit weer een beetje opborrelen. Echter was dit maar van korte duur en wordt dit medium door velen niet als journalistiek genoeg beschouwd. Een hoogtepunt van mijn opleiding volgde; ik begon aan de minor Kunst, Creëren en Onderzoek. Met heel veel plezier heb ik het afgelopen half jaar lessen gevolgd op de Fontys Hogeschool voor de Kunsten. Daar voelde ik weer die creativiteitstinteling die ik zo gemist had. En nu laat ik die niet zomaar meer verdwijnen.

Het blijkt – gelukkig – dat ik niet de enige ben met die zogenaamde creativiteitstinteling. Uit onderzoek (Hanusch et al., 2016) komt naar voren dat het creatieve aspect van de  journalistiek een enorme motivatie is voor studenten om journalistiek te gaan studeren. Journalist en creativiteitsdeskundige Karel van den Berg vindt het mooi dat veel studenten zich aangetrokken voelen tot de journalistiekopleiding omdat ze creativiteit veronderstellen. Eerder haakten studenten af omdat de opleiding minder creatief zou zijn dan verwacht. Echter merkt hij in de afgelopen jaren dat dit minder gebeurt (uit persoonlijke communicatie, 2021).

Toch blijft artisticiteit nog vaak genoeg op de achtergrond in de journalistiek. Meestal komen belangwekkende kunstprojecten in de media alleen voor in de speciale kunstsecties (Sprengers, 2016). Ook Van den Berg beaamt dat eerder bedachte creatieve ideeën vaak uitblijven in een redactievergadering (uit persoonlijke communicatie, 2021). Een uitgebreide theorie over journalistiek als ‘kunst’ lijkt het niet te hebben gehaald tot de algemene journalistieke studies en opleidingen (Postema en Deuze, 2020).

Van de bronnen die ik gebruikt heb voor dit onderzoek stammen er ook maar enkele uit het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw. De rest van de bronnen is, voor zo’n groot onderwerp, redelijk recent. Dit komt mede doordat artisticiteit steeds meer naar voren komt in de journalistiek sinds er actief gebruik wordt gemaakt van digitale technologie (Blanding, 2016). Globaal gezien is dat natuurlijk ook nog een recente gebeurtenis. Daarom lijkt het mij zeer belangrijk dat er nu meer aandacht komt voor artisticiteit in de journalistiek.

De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Op welke manier kan artisticiteit bijdragen aan de journalistiek? Om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag zullen er drie deelvragen behandeld worden. Ten eerste wordt er gespecificeerd wat er bedoeld wordt met artisticiteit. Daarna wordt er gekeken naar de grens tussen kunst en journalistiek. Tot slot zal er een blik worden geworpen op de werking in de praktijk van artisticiteit in de journalistiek.

H2 Resultaten van het onderzoek

      H2.1 Wat verstaan we onder artisticiteit?

Ik heb het woord artisticiteit gekozen omdat ik vind dat dit een goede balans weergeeft tussen de woorden creativiteit en kunst (Engels: art). Alleen het woord kunst of creativiteit dekt de lading naar mijn mening niet genoeg. Artisticiteit is een bekwaamheid die je kunt afleiden uit de producten die je maakt (Carrièretijger, 2004). In dit onderzoek ligt de focus op de creatieve vormen en denkwijzen die gebruikt kunnen worden bij het maken van journalistieke producten.

Als eerste zal ik dieper ingaan op de term kunst. Uit werk van Danto (2014) spreekt in eerste instantie een onzekerheid of een definitie van kunst wel mogelijk is. “Anything cannot be art.” Hij benoemt het pluralisme: het naast elkaar bestaan van verschillende groeperingen.

Alles mag en kan dus. Daaruit spreekt een enorme vrijheid en zodoende ook onzekerheid. In de twintigste eeuw zijn kunstenaars daarom massaal begonnen met het zoeken naar een definitie voor kunst. Elke kunstenaar of kunstenaarsgroep vormde nagenoeg zijn eigen definitie. De kunstenaars stelden hun persoonlijke obsessies voorop; dat werd als belangrijker gezien dan dat het publiek daadwerkelijk begreep wat de gemaakte kunst betekende (Berghuis, Rijs, & Niesten, 2011).

Kunst kan zich – in de journalistiek – in tal van vormen uiten. In 1980 en de vroege jaren van 1990 bestonden de meeste methodes uit schrijven en taalkundige manieren van communicatie en verspreiding.

Tegenwoordig wordt gesproken over een breed scala aan vormen zoals theater, dans, het maken van films, schetsen en illustraties (Hölsgens, de Wildt, en Witschge, 2020). Sprengers (2016) benadert kunst eveneens in de ruimste zin van het woord, dus fotografie, muziek, films, videogames, literatuur, poëzie, graphic novels, enzovoort. Ook volgens Gaut en Lopes (2013) zijn er veel verschillende werkvormen. Naast bovenstaande benoemen zij stripverhalen, schilderkunst, beeldhouwwerk, design en architectuur.

Een van de belangrijkste opgaven van de kunst is volgens Van Hemert (2020) vanzelfsprekende dingen voor eventjes weer vreemd maken. “Om je af te leiden van dat wat iets is, en de aandacht te vestigen op wat het ook zou kunnen zijn. Zodat je je er opnieuw over kunt verwonderen en je je er opnieuw toe kunt verhouden.” Hierdoor zal je denkproces over een onderwerp eventjes worden aangepast.

Bovendien kunnen creatieve denkwijzen, bijvoorbeeld een andere invalshoek of manier van monteren, ook een vorm van artisticiteit zijn. In het handboek over journalistieke oideeontwikkeling van Van den Berg (2011) komt naar voren: “Creativiteit is nieuwe en waardevolle ideeën bedenken door denkpatronen te doorbreken.”

Net zoals bij bijvoorbeeld de definitie van journalistiek is het lastig om voor artisticiteit één duidelijke omschrijving te noteren. Echter vind ik het volgende citaat van Vree (2006) een mooie om over na te denken: “Het gaat om stilistische en retorische eigenschappen en andere kenmerken die in de eerste plaats verbonden zijn met zintuiglijke ervaringen.”

H2 Resultaten van het onderzoek

      H2.2 Waar ligt de grens tussen artisticiteit en journalistiek?

Er zijn enorm veel overeenkomsten tussen de disciplines artisticiteit en journalistiek. Als eerste wil ik daarbij verwijzen naar Gompertz (2016). Hij pleit ervoor dat meer mensen zouden moeten denken als een kunstenaar. De eigenschappen die hij noemt bij het karakter van een kunstenaar passen ook allemaal bij dat van een journalist; onder andere ondernemend, nieuwsgierig en sceptisch.

Uit recentelijk onderzoek van Postema en Deuze (2020) wordt duidelijk dat de journalistiek onlosmakelijk verbonden is – en ook altijd is geweest – met de kunsten. Tevens blijkt het dat de kunst en de journalistiek vandaag de dag voor dezelfde uitdagingen staan. Kunstenaars en journalisten hebben namelijk beiden te maken met zorgelijke werkomstandigheden en delen dezelfde intrinsieke en emotionele motivaties voor het vak (Hesmondhalgh & Baker, 2011). Beide vakgebieden hebben de afgelopen decennia te maken gehad met verstoorde economische en technologische uitdagingen, waarbij de rol van de uitvoerende partij verschoof en de deelname van het publiek genormaliseerd werd (Alexander en Bowler, 2014; Deuze en Witschge, 2018).

Vree (2006) stelt dat de journalistiek per definitie een dubbelzinnig karakter heeft. “Nieuws is niet alleen bedoeld het publiek te informeren maar ook om het te ontregelen, te verbazen, te verbijsteren en te shockeren.” Hierin zie ik ook een duidelijke overeenkomst met creaties die voortkomen uit artisticiteit.

Echter zijn er ook tegenstellingen. Van journalistiek wordt namelijk wel feitelijkheid verwacht, mensen willen geïnformeerd worden (uit persoonlijke communicatie, 2021). Dit staat haaks op de stelling van Vree en het werk van kunstenaars die meestal niet als doel hebben om te informeren.

Uit het artikel van Straus (2007) blijkt: “Het verschil tussen journalistiek en kunst zit ’m in de wijze waarop en in welke mate er gestileerd wordt.” Sprengers (2016): “Kunst kan doen waar vaak in de journalistiek zelf geen ruimte voor is.” In een museum kunnen onderwerpen aan het licht worden gebracht die te klein, te abstract of te gevoelig zouden zijn voor kranten, tijdschriften en journaals (Peters, 2013). Naar aanleiding van deze drie bronnen concludeer ik dat de aandacht voor het emotionele aspect van bepaalde onderwerpen anders ligt bij de kunst dan in de journalistiek.

Dichter Stephen Burt maakt de vergelijking tussen de kunstvorm poëzie en de journalistiek. Hij poneert dat het doel van beide tekstvormen verschillend is. Poëtische taal vergt een oplettende lezer die pauzeert en de tijd neemt om te ontdekken wat er daadwerkelijk bedoeld wordt. Journalistieke taal heeft die vrijheid niet en moet een lezer direct in staat stellen om te begrijpen wat er wordt beoogd (Burt, 2013). Die aandacht die nodig is om iets te begrijpen, geldt niet alleen voor de poëziestijl maar ook voor de andere vormen van artisticiteit.

Journalistiek bepaalt een perspectief en gebruikt een aantal aspecten om het aannemelijk en deugdelijk te maken. Het werk van een kunstenaar en de waarde van artisticiteit is om een perspectief te kiezen en dat ietwat aan te passen zodat het iets anders wordt (Blanding, 2016).

Volgens Straus (2007) vervagen de grenzen tussen kunst en journalistiek. Waar een eventuele grens zou moeten liggen, vind ik lastig om te bepalen. Stijn Postema, onderzoeker van artistieke journalistiek, ziet dan ook geen grens, maar kijkt er meer naar als een continuum; een ononderbroken geheel. “Zodat elk journalistiek werk ook op artistieke waarden beoordeeld kan worden, zonder die vreemde discussie aan te moeten gaan of het nog wel journalistiek is.” (uit persoonlijke communicatie, 2021)

Ook beeldredacteur van de Correspondent Isabelle van Hemert denkt dat je niet in zijn algemeenheid kan spreken van een grens, maar dit per werk moet bepalen (uit persoonlijke communicatie, 2021). Ik was heel erg benieuwd of je überhaupt kunt spreken van een grens tussen artisticiteit en journalistiek. Er zijn duidelijke overeenkomsten en tegenstellingen maar mijn conclusie luidt na dit hoofdstuk dat een grens stellen niet volledig mogelijk is.

H2 Resultaten van het onderzoek

      H2.3 Hoe kan artisticiteit in de journalistiek er in de praktijk uitzien?

Artisticiteit in de journalistiek kan nog ontzettend vaag klinken. In dit hoofdstuk zal ik aan de hand van bronnen aantonen hoe dit er in de praktijk uitziet of uit zou kunnen zien. Daarbij zijn de kunstvormen uit hoofdstuk 2.1 meegenomen.

Originele methodes van verhalenvertelling zijn een vorm van artisticiteit. Grafische journalistiek bijvoorbeeld, ook wel stripjournalistiek genoemd, wordt gekenmerkt door het samenbrengen van visuele en tekstuele bronnen (Picado, 2015). Het is te herkennen aan de combinatie van het bekende stripkader, woorden en illustraties. Een bekend voorbeeld is het werk Le Photographe, drie non-fictie stripboeken gebaseerd op foto’s met echte verhalen.

Gebeurtenissen die (nog) niet echt voorgevallen zijn, worden als beginpunt gebruikt bij een gloednieuwe vorm van verhalenvertelling; speculatieve journalistiek. Deze vorm van journalistiek biedt mensen de kans om verder te kijken en denken dan louter nieuwsproductie. Volgens socioloog Theo Ploeg ontstaat er een zogenaamde drang naar speculatieve journalistiek omdat men tegenwoordig het idee heeft dat belangrijke gebeurtenissen zich steeds sneller opvolgen (uit persoonlijke communicatie, 2021).

Ook het gebruik van poëzie kan een manier zijn om journalistiek te bedrijven. Uit Burt (2013) resulteert dat je keer op keer interessante stukken kan blijven schrijven wanneer je focust op hoe een moment ‘voelde’; iets waar in dichtkunst altijd aandacht voor is. Daarnaast benoemt Archetti (2015) dat schrijven op een niet-theoretische manier journalisten aanzet tot nadenken over de rol van verbeelding en hun zintuiglijke belevingen in alledaagse gebeurtenissen.

Bij het platform De Correspondent wordt ook gespeeld met belevingen. Beeldredacteuren zorgen voor stof tot nadenken door bij artikelen gebruik te maken van beelden die op het eerste gezicht ongewoon en niet passend lijken. Sprengers (2016) verwijst naar een artikel over innovatie. Denk je hierbij meteen aan beelden van ideeënlampjes of technologische machines? Think again! De Correspondent plaatst beelden van mensen die gebruik hebben gemaakt van buitensporige cosmetische chirurgie. Het roept vragen op: Is dit innovatie of niet? (Berger, 2013) Hierdoor kijk je met een andere blik naar het artikel, stof tot nadenken dus.

Ten slotte de Biënnale van Venetië, een tweejaarlijkse kunstmanifestatie waar ik nog pagina’s vol over zou kunnen schrijven. Bij dit evenement wordt al geruime tijd gesproken over een samenkomst van kunst en journalistiek. Het is echt de moeite waard om eens lekker een middagje te googelen om tal van voorbeelden te bekijken. Straus (2007): “In Venetië lopen journalistiek en kunst gelijk op: steeds meer hanteren kunstenaars een journalistieke uitingsvorm om hun visie op bovengenoemde thema’s te verbeelden.” Fotografie en film worden verreweg het meest gebruikt, maar ook totaalinstallaties en schilder- en tekenkunst komen veelal voor.

H3 Conclusie

In hoofdstuk 2.1 heb ik vastgesteld wat ik bedoel met artisticiteit. Kunst was moeilijk om in één betekenis samen te vatten en creativiteit heb ik uitgelegd naar aanleiding van Van den Berg (2011). Artisticiteit is voor mij een samenkomst van kunst en creativiteit.

Een grens vaststellen tussen artisticiteit en journalistiek bleek lastig in hoofdstuk 2.2. Er zijn veel overeenkomsten maar ook tegenstellingen. Echter geeft dat denk ik wel aan dat artisticiteit – met zoveel overeenkomsten – zeker een bijdrage kan leveren aan de journalistiek.

In hoofdstuk 2.3 is ook duidelijk geworden dat artisticiteit als bijdrage aan de journalistiek wel degelijk kan werken in de praktijk. Verschillende uitingsvormen zijn hier aan bod gekomen om het begrip artisticiteit in de journalistiek wat meer vorm te geven.

Op welke manier artisticiteit kan bijdragen aan de journalistiek kan ik zeker beantwoorden naar aanleiding van het onderzoek en de uiteenzetting van de deelvragen.

Ik denk dat artisticiteit een enorme bijdrage kan leveren aan het emotionele en gevoelige aspect van onderwerpen. Om de stelling van Sprengers (2016) te herhalen: “Kunst kan doen waar vaak in de journalistiek zelf geen ruimte voor is.”

Uit Peters (2013) werd duidelijk dat in de kunst thema’s behandeld kunnen worden die voor de mainstream media te klein, te abstract of te gevoelig zouden zijn. Van Hemert denkt dat bijzondere beelden in de journalistiek je op empathisch vlak kunnen helpen om een ver weg staande situatie beter te begrijpen (uit persoonlijke communicatie, 2021). Bovendien vindt Postema dat het de moeite waard is om terug te keren naar de journalistieke wortels in de kunst. “Je doet als journalist zoveel meer dan alleen verslag van feiten. Je doet ook verslag van hoe mensen zich voelen en dat gevoel breng je over.” (uit persoonlijke communicatie, 2021)

Ook creatief denken kan een enorme toevoeging zijn aan de journalistieke wereld. Het betoog van Van den Berg luidt: “Nieuws begint vaak met een gebeurtenis, maar journalistiek begint altijd met een idee.” (uit persoonlijke communicatie, 2021) Een andere invalshoek, vorm van verhalenvertelling of gebruik van poëzie; een verhaal kan op zoveel verschillende manieren enorm verbeteren. Kortom, in de kunstwereld valt er voor journalisten nog veel te halen.

H4 Discussie

In mijn minor heb ik de podcast Kinderspinsels gemaakt. Deze podcast ging over dingen die vroeger aan mij verteld werden als kind, zoals het fenomeen vierkante ogen. In Kinderspinsels spreek ik met mijn ouders hierover maar ook met deskundigen. Een stukje journalistiek zou je kunnen zeggen, alleen zou ik dit nooit gemaakt hebben voor mijn eigen opleiding omdat het niet voldoet aan de criteria. Ontzettend jammer, want dat is wat ik leuk vind om te doen en dat is waar het vak voor mij omdraait.

Wanneer je kijkt naar de standaard nieuwsverspreiding zoals het nieuws in de krant, op tv en op de radio zeg ik persoonlijk ook nee tegen artisticiteit. Naar mijn mening hoort dit ook gewoon zakelijk en duidelijk te zijn. Echter ligt mijn hart daar absoluut niet en vind ik de journalistiek natuurlijk veel breder dan dat.

Het dagelijkse en belangrijke nieuws moet dus beknopt en helder zijn. Daarentegen is er wat mij betreft in alle andere facetten van de journalistiek volop ruimte voor ontwikkeling van creativiteit en gebruik van kunst, ook wel artisticiteit. Inspirerende podcasts met een vleugje journalistiek, ja! Gedichtenbundels met een journalistieke insteek, graag! Videogames met een journalistieke ontknoping, kom maar door!

Mijn mening over artisticiteit is – gelukkig – niet totaal omgeslagen door dit onderzoek. Het heeft mijn mening juist alleen maar versterkt en me nog enthousiaster gemaakt over dit onderwerp. Ik heb erg veel interessante bronnen gelezen en gesproken en ik ga zeker een paar vormen, methodes en ideeën gebruiken voor mijn eigen journalistieke werk.

Door Van den Berg ben ik nog eens extra gewezen op Nimbin, het creatieve traject van de FHJ. Echter heb ik me hier nog nooit eerder in verdiept, dus daar kan ik niet veel over zeggen. Voor de reguliere opleiding mis ik af en toe wel wat creativiteitsstimulering. Hoewel we op de FHJ enkele creativiteitslessen kregen – waar ik me eerlijk gezegd niks noemenswaardigs van kan herinneren – voelde mijn minor op de FHK meteen aan als die zogenaamde artisticiteitsbom waar ik naar op zoek was.

Ik kan me ook wel voorstellen dat niet elke student zit te wachten op de portie creativiteit die ik zoek. Voor mijn resterende tijd op de opleiding heb ik besloten om me hier – waar mogelijk – meer mee bezig te gaan houden. Dit bronnenonderzoek, in opvolging van mijn minor, zie ik dan ook als een mooi begin.

H5 Verantwoording

De onderzoeken die ik gebruikt heb voor dit bronnenonderzoek zijn allemaal gevonden via www.biep.nu, LexisNexis, HBO Kennisbank en Google Scholar. Overige bronnen zijn verkregen via Google, de bronnenlijsten van de gebruikte onderzoeken en uit persoonlijke communicatie.

Alle onderzoeken zijn door deskundige auteurs geschreven die (hoog)leraar, onderzoeker of werkzaam in het medialandschap zijn. De andere bronnen zijn vooral geschreven door journalisten, schrijvers, of leraren.  Berghuis et al. (2011) betreft een scriptie van een student. Ik beschouw dit als een betrouwbare bron omdat Berghuis hier de ABV Scriptieprijs voor gewonnen heeft.

Uit het onderzoek van Postema en Deuze (2020) heb ik veel relevante informatie gebruikt. De informatie is actueel en de auteurs zijn deskundig. Stijn Postema is onderzoeker aan de opleiding Journalistiek van de Christelijke Hogeschool Ede en hij komt eveneens voor in mijn persoonlijke communicatie en expertoverzicht. Mark Deuze is hoogleraar Mediastudies aan de Universiteit van Amsterdam.

Ook het artikel van Sprengers (2016) wordt veelvuldig aangehaald. Sterre Sprengers is creatief adjunct-hoofdredacteur van De Correspondent, wat ik beschouw als een betrouwbaar medium. Sprengers is opgeleid als documentair fotograaf en heeft een aantal jaar als chef beeldredactie gewerkt bij nrc.next. Beeldredacteur van de Correspondent Isabelle van Hemert benoem ik ook regelmatig. Zij komt eveneens voor in mijn persoonlijke communicatie en in het expertoverzicht.

Daarnaast heb ik veel gebruik gemaakt van Van den Berg (2011). Karel van den Berg is sinds 1988 journalist en hij is ook creativiteitsdeskundige. Van den Berg komt eveneens voor in mijn persoonlijke communicatie en in het expertoverzicht.

Uit persoonlijke communicatie met Ploeg heb ik een nog niet gepubliceerd artikel over speculatieve journalistiek ontvangen. Hier wordt dus wel naar verwezen, maar dit is niet terug te vinden in de bronnenlijst.

Voor duiding over onderzoek doen en de betekenis van journalistiek heb ik gebruik gemaakt van Verhoeven (2018) en Kovach en Rosenstiel (2014). Deze bronnen zijn wel opgenomen in de bronnenlijst, maar er zijn in de tekst geen verwijzingen te vinden.

Bronnenlijst

Alexander, V. D., & Bowler, A. E. (2014). Art at the crossroads: The arts in society and the sociology of art. Poetics, 43, 1–19. https://doi.org/10.1016/j.poetic.2014.02.003

Archetti, C. (2015). Journalism, Practice and … Poetry. Journalism Studies, 18(9), 1106–1127. https://doi.org/10.1080/1461670x.2015.1111773

Berger, L. (2013, 6 november). Gij zult innoveren! Geraadpleegd op 9 februari 2021, van https://decorrespondent.nl/304/gij-zult-innoveren/837280634960-03dc305b

Berghuis, A., Rijs, S., & Niesten, C. (2011). Over de receptie van kunst. Geraadpleegd van https://www.hbo-kennisbank.nl/details/sharekit_fontys:oai:surfsharekit.nl:507da39e-2403-4dcc-a3cf-a014845aed08?q=wat+is+kunst&has-link=yes&c=0

Blanding, M. (2016, 28 maart). Journalism and Art: Complementary and Collaborative Storytelling. Geraadpleegd op 20 februari 2021, van https://niemanstoryboard.org/stories/journalism-and-art-complementary-and-collaborative-storytelling/

Burt, S. (2013, 13 juni). Poetry: The News that Stays News. Geraadpleegd op 22 februari 2021, van https://niemanreports.org/articles/poetry-the-news-that-stays-news/

Carrièretijger. (2004). Artisticiteit/kunstzinnigheid. Geraadpleegd op 23 februari 2021, van http://www.carrieretijger.nl/functioneren/artisticiteit

Danto, A. C. (2014). What Art Is (1ste editie). Amsterdam, Nederland: Amsterdam University Press.

Deuze, M., & Witschge, T. (2017). Beyond journalism: Theorizing the transformation of journalism. SAGE Journals, 19(2), 165–181. https://doi.org/10.1177/1464884916688550

Gaut, B., & Lopes, D. (2013). The Routledge Companion to Aesthetics (3de editie). https://doi.org/10.4324/9780203813034

Gompertz, W. (2016). Denk als een kunstenaar (1ste editie). Amsterdam, Nederland: J.M. Meulenhoff.

Hanusch, F., Clifford, K., Davies, K., English, P., Fulton, J., Lindgren, M., … Zion, L. (2016). For the lifestyle and a love of creativity: Australian students’ motivations for studying journalism. Media International Australia, 160(1), 101–113. https://doi.org/10.1177/1329878×16638894

Hesmondhalgh, D., & Baker, S. (2011). Creative Labour: Media Work in Three Cultural Industries (Culture, Economy and the Social) (1ste editie). London, Verenigd Koninkrijk: Routledge

Hölsgens, S., de Wildt, S., & Witschge, T. (2020). Towards an Experientialist Understanding of Journalism: Exploring Arts-based Research for Journalism Studies. Routledge Taylor & Francis Group, 21(7), 928–946. https://doi.org/10.1080/1461670X.2019.1703121

Kovach, B., & Rosenstiel, T. (2014). The elements of journalism (Revised editie). New York, Verenigde Staten: Three Rivers Press.

Peters, R. (2013, 23 september). Kunst als journalistiek middel. Geraadpleegd op 9 februari 2021, van http://defusie.net/kunst-als-journalistiek/

Picado, B. (2015). Aspects of visual discursivity in graphic journalism: narrative enunciation and visual witness in Le Photographe. Brazilian Journalism Research, 11(1), 174–197. https://doi.org/10.25200/bjr.v11n1.2015.812

Postema, S., & Deuze, M. (2020). Artistic Journalism: Confluence in Forms, Values and Practices. Routledge Taylor & Francis Group, 21(10), 1305–1322. https://doi.org/10.1080/1461670X.2020.1745666

Sprengers, S. (2016, 9 augustus). Kunst moet van nice to know naar need to know in de journalistiek. Geraadpleegd op 9 februari 2021, van https://decorrespondent.nl/5060/kunst-moet-van-nice-to-know-naar-need-to-know-in-de-journalistiek/181562920-becd239b

Straus,C. (2007, 16 juni). De kunstenaar als journalist. Geraadpleegd op 9 februari 2021, van https://www.trouw.nl/nieuws/de-kunstenaar-als-journalist~bc085197/

van den Berg, K. (2011). Bedenk eens wat nieuws (1ste editie). Zaltbommel, Nederland: Uitgeverij Haystack.

van Hemert, I. (2020, 11 maart). Waarom ik soms probeer te kijken met de blik van een kind. Geraadpleegd op 25 februari 2021, van https://decorrespondent.nl/11026/waarom-ik-soms-probeer-te-kijken-met-de-blik-van-een-kind/30367948292990-1d05e237

Verhoeven, N. (2018). Wat is onderzoek? (6de editie). Amsterdam, Nederland: Boom Uitgevers.

Vree, F. (2006). De wereld als theater (1ste editie). Amsterdam, Nederland: Amsterdam University Press.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *